Lullen over licht kunnen we allemaal

maandag 22 oktober 2018
timer 4 min
“Lullen over licht kunnen we allemaal, maar ontwerpen aan, met en van licht vergt een gedegen technisch/functionele lichtkennis als basis. Die basis vormt in mijn ogen een fundament om überhaupt te kunnen ontwerpen. Voor een omgevingsontwerp van licht is vervolgens vooral nieuwsgierigheid van belang.” Dat zegt Marc Verheijen, gemeente Rotterdam en TU Delft. Omgevingsgericht ontwerpen van openbare verlichting is hoofdthema van het Ruimte en Licht Congres 15 november in Putten.

Wat is, naar uw idee, de essentie van omgevingsgericht ontwerpen? Wat maakt het anders dan ‘gewoon’ lichtontwerp?

“Ik redeneer vanuit stad, stedelijkheid en stedelijke kwaliteit. Vanuit die stedelijke invalshoek zijn begrippen als meervoud, diversiteit, veelvuldigheid, inclusiviteit en gelijktijdigheid belangrijk. Vandaar mijn pleidooi voor daadwerkelijk integraal ontwerpen. Onder integraal versta ik het vanuit alle invalshoeken ‘belichten ;-)’ van een vraagstuk, dit in zijn geheel doorgronden en daarbij volledigheid te betrachten in aanpak, analyse en ontwerp. Het komt neer op oplossingen ontwikkelen waaraan niets ontbreekt, waarin alles in beschouwing wordt genomen en alle belangen zijn meegewogen. Dat is wat mij betreft de essentie van omgevingsgericht ontwerpen. Waar een lichtontwerp voldoet aan eisen,  dient een omgevingsontwerp te voldoen aan verlangens.


Wat zijn volgens u de belangrijkste aspecten waarmee rekening gehouden dient te worden bij omgevingsgericht ontwerpen?

Lullen over licht kunnen we allemaal, maar ontwerpen aan, met en van licht vergt een gedegen technisch/functionele lichtkennis als basis. Die basis vormt in mijn ogen een fundament om überhaupt te kunnen ontwerpen. Voor een omgevingsontwerp van licht is vervolgens vooral nieuwsgierigheid van belang. Oprechte interesse in de ‘ander’. In expertise van andere ontwerpers, maar ook van allerlei specialisten die acteren in (de openbare ruimte van) de stad. Enkel door rioleurs, boomexperts, stadsecologen, verkeerskundigen te begrijpen, zijn aanleidingen te ontdekken die tot een specifiek omgevingsontwerp kunnen leiden. Tel daar de (latente) verlangens van bewoners, ondernemers en bezoekers bij op en het is duidelijk dat het proces van een omgevingsontwerp echt wel wat anders is dan van een lichtontwerp.


Wat zou volgens u de relatie moeten zijn tussen omgevingsgericht ontwerpen en richtlijnen (zoals de NPR)?

Richtlijnen zijn voor mij, zoals het woord al aangeeft, richtlijnen. Deze geven richting. Niet meer en niet minder. Althans, zo ga ik met richtlijnen om. Ik waardeer de kennis die er achter schuil gaat, ik maak dankbaar gebruik van de wetenschap en al het onderzoek dat er aan ten grondslag ligt. Maar ik ben ontwerper en laat het niet gebeuren dat richtlijnen mijn ontwerp dicteren. Ik zie te vaak om me heen dat mensen zich achter richtlijnen verschuilen, ze als keiharde eisen interpreteren, niet zelf meer nadenken maar overgaan tot klakkeloos toepassen. Een soort copy-paste mentaliteit. De wereld zal een stuk fleuriger worden als we richtlijnen weer gaan gebruiken als richtinggevend en niet als dicterend, als we weer per opgave na gaan denken en tot specifieke oplossingen komen. Waar zit volgens u ‘the bottleneck’ bij omgevingsgericht ontwerpen? Bij (voldoende/onvoldoende) kennis of bij het proces (bijv. integraal werken)?


De bottleneck zit nooit bij een ander, bij de context of de omstandigheden. De bottleneck voor dit soort zaken zit altijd bij jezelf. Als je het echt belangrijk vindt dan moet je ook het lef hebben een opdracht die daar geen ruimte voor laat te weigeren. Enkel dan ontstaat ruimte voor dialoog over de opgave, over proces, over ambitie, doelen en criteria. Het zal blijken dat je als individu meer invloed op dit soort zaken hebt dan je van te voren kunt vermoeden. Ga het gesprek aan. Op argumenten uiteraard, spreek ’de ander’ aan op zijn verantwoordelijkheid, daag hem uit, inspireer hem. In dit geval is ‘hem’ uiteraard vervangbaar door haar, het of hen.


Hoe ziet u de toekomst van omgevingsgericht ontwerpen?

Er is maar 1 toekomst en dat is de toekomst van omgevingsgericht ontwerpen. Althans, dat hoop ik. Er zullen best plekken zijn waar je met een eenvoudig lichtberekeningetje wegkomt, maar ik hoop dat die plekken ver van mijn bed af liggen. Succesvolle steden zijn steden met overtuigend goede openbare ruimte. Succesvolle steden zijn steden die 24/7, of op zijn minst 18/7 toegankelijk en aantrekkelijk zijn. Het belang van aantrekkelijke avond/nacht ambiance wordt daardoor steeds belangrijker. Dat verwacht ik van omgevingsontwerp: de aantrekkelijkheid van de stad vergroten nadat de zon ondergegaan is.


Geïnteresseerd in omgevingsgericht ontwerpen van openbare verlichting? Kom dan naar het Ruimte en Licht Congres 15 november in Kasteel de Vanenburg in Putten. Kijk hier voor meer informatie en meldt u aan.