Hoe vergroent Tilburg de versteende binnenstad?

maandag 15 januari 2024

De gemeente Tilburg had enkele jaren geleden een van de meest versteende binnensteden van Nederland. Dankzij een combinatie van politiek bewustzijn van de urgentie van vergroening, het handig gebruik maken van een aantal ontwikkelingen en het goed communiceren met betrokken partijen slaagde de gemeente Tilburg erin in een korte tijd de binnenstad een ander en groener aanzien te geven. Projectleiders Jan Mastenbroek en Frank Martens vertellen erover.

Tekst: Peter Bekkering 

Tilburg was volgens artikelen van onder meer Omroep Brabant en milieuorganisatie Natuur & Milieu enkele jaren geleden een van de meest versteende steden met een binnenstad met meer beton dan groen. Het is een beeld dat Jan Mastenbroek, projectleider openbare ruimte bij de gemeente Tilburg, herkent: “Als je naar de hittescans van binnensteden kijkt, scoorde Tilburg naar onze mening te hoog op die lijst.”  

Ontstaansgeschiedenis 

Hij legt uit hoe het zo ver kon komen: “Dat heeft deels te maken met het tijdsbeeld van toen. De binnenstad was vooral winkelstad en de nadruk lag sterk op de zichtbaarheid van winkels. Bomen stonden volgens winkeliers die zichtbaarheid in de weg. Daarnaast waren we destijds weliswaar bezig met blauwe aders, maar vonden we dat water toch vooral zo snel mogelijk uit de stad moesten krijgen.” 

“In de jaren 2017-2018 ontstond het besef dat we af moesten van de compleet verharde straten en een versteende binnenstad met relatief kale straten met weinig groen. Inmiddels is er ook vanuit de politiek het bewustzijn dat we een te warme binnenstad hebben en dat we daar iets aan moeten doen. We zijn daarom in overleg met de winkeliers vormen gaan zoeken om toch groen te gaan toepassen in de binnenstad. Op sommige plekken is dat lastig, maar op andere plekken gaat dat prima.” 

Kabels en leidingen 

In het verleden werd ook regelmatig aangegeven dat de aanwezigheid van kabels en leidingen ingrijpen lastig, zo niet onmogelijk zou maken. Mastenbroek: “We hebben daarom een belangrijke stap gezet door structureel in overleg te treden met de kabel- en leidingbedrijven. Daarbij gaven we aan dat we ruimte in het straatprofiel wilden creëren voor echte bomen. We hadden wel een paar bomen in boombakken staan, maar die doen weinig op het gebied van klimaatadaptatie. In die samenwerking is ook gekeken naar zaken als netuitbreiding, netvervanging en renovatie van oude gasleidingen, een project waar mijn collega Frank Martens zich vooral mee heeft beziggehouden.” 

Martens vult aan: “Je had eigenlijk een aantal aanleidingen waarbij je grootschalig zaken kon meenemen. De aanpak van het kernwinkelgebied, maar ook bijvoorbeeld de plannen voor een parkring rond de binnenstad. De tweede was de gasvervanging van Enexis: zij moesten voor eind 2023 alle gietijzeren gasleidingen in Tilburg vervangen en met name de binnenstad lag daar vol mee. Het was dus bekend dat bijna iedere straat in de binnenstad open moest om te worden aangepakt. ‘ 

“We hadden als gemeente daarbinnen een aantal straten met een bredere opgave, bijvoorbeeld op het gebied van riolering. Naar die straten konden we grootschaliger kijken. Dat werd het project van Mastenbroek. De nieuwe inrichting van zo’n straat biedt dan veel meer kans op vergroening omdat je ondergronds ruimte kunt maken. Bij de straten die geen bredere opgave hadden, hadden we minder speelruimte en moesten we kiezen voor een kleinschaligere aanpak. Van die laatste categorie hebben we een apart project met veertig straten gemaakt, dat onder mijn verantwoordelijkheid viel. Daarbij zijn we aan de hand van een kansenkaart gaan kijken wat we toch aan vergroening konden behalen.” 

In de opgave was de uitvoering van Enexis leidend, zegt Martens: “Die is in september 2019 begonnen en die loopt door tot december 2023. In het begin hebben we kritisch gekeken naar de grote straten en hun invloed op de bereikbaarheid van de binnenstad. Vervolgens hebben we die grote straten over de vier jaar verspreid. De rest is daaromheen gepland. Dat was een ingewikkelde puzzel en de planning is niet voor niets meerdere malen aangepast.”

 

Grootscheepse binnenstedelijke renovatie 

Daarnaast was er nog een ontwikkeling, zegt Mastenbroek, die diende als motor voor het project. “In de periode 2018-2023 zijn we bezig geweest met een grootscheepse binnenstedelijke renovatie, waarbij winkelareaal verplaatst is en er veel wooneenheden in het centrum zijn bijgebouwd om de leefbaarheid van de binnenstad te verbeteren. Ook de omgeving van het stadhuis, waar een circulaire verbouwing plaatsvond en waar werd gekeken naar zaken als klimaatbestendigheid, werd aangepakt. Vanuit die renovatie hebben we gekeken of we het moment konden gebruiken om nog iets meer te doen in de openbare ruimte. Zo kwamen ook daar straten in beeld die eerst onmogelijk te vergroenen waren, maar waar het nu onder bepaalde randvoorwaarden wel kon.” 

Mastenbroek noemt nog een ontwikkeling, de andere ideeën over waterberging. “Er kwam een nieuw gemeentelijk rioleringsplan met een veel hogere bergingseis dan voorheen. Bovendien leidden we vroeger het water via blauwe aders naar de buitenkant van de stad. Nu hebben we gezegd: dat is geen goede oplossing, want zo blijft de binnenstad heel droog. Daarom wilden we nu het water gebiedslokaal laten infiltreren, zodat het ten goede komt van de bomen en planten, die zich daar moeten ontwikkelen. We hebben daarom een systeem bedacht in drie stappen, voor met name regenwater van daken en in beperkte mate ook voor regenwater van bestrating: het gaat in eerste instantie naar nieuw aangelegde reservoirs voor beplanting; als die vol zijn stort het over in een infiltratieriool en daarna als laatste stap gaat het naar het vuilwaterriool.”  

Plannen met de omgeving 

In het hele proces is het belangrijk geweest, zegt Mastenbroek, dat de plannen niet vanuit het stadhuis maar met de omgeving zijn gemaakt. “Bij de start van het project hebben we individuele bewoners en organisaties – winkeliers, maar bijvoorbeeld ook Verenigingen van Eigenaren, de Stichting Stadsbomen en het Fietsforum – uitgenodigd om te participeren in planteams. De planteams mogen continu plannen beoordelen en worden ook betrokken bij het ontwerp. Dat is een open discussie, want we willen juist de informatie uit de straat hebben. Door deze open aanpak en doordat we de mensen en organisaties continu informeerden, kregen we weinig tot geen bezwaren en wel veel vertrouwen vanuit de straat, omdat ze begrepen waarom we de overlast ging organiseren.” 

“Daarnaast probeerden we waar het kon in te spelen op wensen en verlangens die in de straat leefden. Zo hebben we soms met ontwikkelaars kunnen regelen dat bedrijven tijdelijk een andere locatie kregen zodat ze hun bedrijf konden voortzetten. Of we regelden dat door bouwterreinen heen er toch publiekslopen mogelijk waren richting winkels. Bijvoorbeeld door gebruik te maken van koppelbare loopschotten. Door deze opstelling hebben we ervoor kunnen zorgen dat het gebied niet vier jaar op zijn gat lag, omdat niemand er wilde komen.”  

Martens vult aan: “Je zag een aparte dynamiek: winkeliers wilden tijdens corona vaak werkzaamheden naar voren halen en na corona vroegen ze om uitstel zodat ze hun onderneming weer konden exploiteren.” 

Van cityring naar parkring 

Ondertussen speelde nog een ontwikkeling. Het centrum dreigde dicht te slibben met auto’s. Er zijn diverse verkeersmodellen doorgerekend en in overleg met de stad is gekozen om de hoeveelheid verkeer aanzienlijk terug te brengen om de leefbaarheid in de binnenstad te verbeteren.  

Mastenbroek: “Dat heeft er mede toe geleid dat we nu bezig zijn om bepaalde doorgangen naar en door het centrum dicht te zetten. We willen nu in de periode 2023-2028 van de cityring een parkring gaan maken en de ringbanen vooral gebruiken voor verkeer tussen de wijken. De gemeenteraad heeft daar in 2020-2021 goedkeuring aan gegeven. Met de omvorming willen we het aantal voertuigen terugbrengen van 18.000 per etmaal naar 8.000. Inmiddels hebben we al een aantal maatregelen doorgevoerd. Zo is de cityring van 50 kilometer naar 30 kilometer gegaan. Verder zijn we bezig om van twee naar één rijstrook terug te gaan. En er zijn knips aangebracht zodat automobilisten niet meer van noord naar zuid kunnen gaan.”  

“Door deze ingrepen willen we de ring voor ‘niet binnenstads georiënteerde’ automobilisten minder aantrekkelijk maken. We zijn daarbij al aardig op weg, want we zitten nu op 10.000. Tegelijkertijd zorgen we er overigens wel voor dat de binnenstad per auto bereikbaar blijft voor mensen die er echt moeten zijn: bewoners, winkeliers en bezoekers.” Martens vult aan: “Als je op deze manier minder ruimte voor verkeer nodig hebt, biedt dat ook weer de mogelijkheid om de openbare ruimte daar anders in te richten. Zo komt er straks een ruim vrij liggend fietspad en ruimte voor bomen en groen.” 

Terugblik 

Nu een aantal projecten gereed zijn, kijken Martens en Mastenbroek terug op de zaken waar ze tegenaan liepen. Martens trapt af: “Wij hadden vooraf een kansenkaart per straat gemaakt. Daarbij probeerden we maatregelen in een bepaalde volgorde toe te passen. We wilden in eerste instantie zoveel mogelijk bomen, daarna heesters en daarna plantvakken. In de praktijk bleek dat vaak lastig invulbaar. Dat komt ook door de ondergrondse infrastructuur. Als je straten hebt, waar je niet grootschalig aan de gang gaat en waar je geen ondergrondse herschikking doet, zijn je mogelijkheden voor vergroening beperkt. Daardoor halen we de totale opgave in meters vergroening misschien wel, maar niet in de vorm zoals we die aanvankelijk voor ogen hadden.” 

Voor Mastenbroek was aan het begin de grootste uitdaging hoe de civiele aannemers van de gemeente Tilburg konden samenwerken met Enexis en Brabant Water. “In het begin had iedereen zijn eigen hokje met een hek eromheen. Daarom zijn we eerst de discussie aangegaan en hebben we uitgelegd waarom we bepaalde zaken wilden bereiken. Vervolgens zijn we gaandeweg gaan uitproberen, wat werkte. Zo werken we inmiddels met één hoofdaannemer die verantwoordelijk is voor onze werkzaamheden, maar ook voor Enexis en Brabant Water.” 

Inmiddels ziet het er naar uit dat de werkzaamheden volgens planning worden afgerond. Martens: “De vergroening in de overige veertig straten – zonder grotere opgave – is eind 2023 afgerond. Voor de gaswerkzaamheden van Enexis, de aanleg van glasvezel door KPN en de grootscheepse binnenstedelijke renovatie geldt hetzelfde. Daar zijn we wel trots op. We krijgen ook regelmatig bezoek van andere gemeenten die ons vragen hoe we dit in zo’n korte tijd hebben gedaan.” 

Dit artikel is verschenen in het digitale magazine Duurzaamheid van Straatbeeld. Lees meer >>