Wie ziet het licht?

dinsdag 6 februari 2018
timer 3 min
Het nieuwe jaar is alweer aardig op gang. Hoe zou het zijn met alle goede voornemens? Nog wakker, of alweer in slaap gesust door de cadans van alledag? Een moment van reflectie, van bezinning. Een frisse blik. Dat kan gelukkig het hele jaar door. Vooruit, dwars, diagonaal of anderszins. Maar hopelijk toch vooral verlichtend.

We zitten in een overgangsjaar. Afgelopen decennia werd openbare verlichting voornamelijk bepaald door zogenaamde ‘harde’ wetenschap. De wijze van verlichten werd bepaald door enkele parameters, die houvast gaven. Verticale en horizontale verlichtingssterkte, luminantie, gelijkmatigheid. Termen die klip en klaar waren opgenomen in de richtlijnen. Zo sterk zelfs, dat ze door velen als norm werden gezien.

 

Het lijkt erop dat we deze tijd hebben gehad. Meer en meer worden ook andere, ‘zachtere’ aspecten naar voren gebracht die mede bepalen of, hoe en in welke mate er wordt verlicht op straat. Reflectie, lichtvervuiling, maar vooral ook termen als ‘bewust’ en ‘beleving’ doen bij het verlichten haar intrede.

 

Niet zelden ontstaat er een conflict. Enerzijds een categorie termen met eenduidige en te meten eenheden, die hard gemaakt kunnen worden. Anderzijds een categorie termen met wisselende connotaties. Met name de tweede categorie schept verwarring en onzekerheid, wat er toe leidt dat velen zoveel mogelijk teruggrijpen op de eerste categorie. Maar meer een meer zien we dat de tweede categorie aan terrein wint. Denk aan uitdrukkingen als anders kijken naar licht, adaptieve verlichting, (bewust) ervaren van licht, licht en beleving of Feel the Night.

 

Het zijn termen die intrede deden vanaf het moment dat ook de gebruiker van de openbare ruimte een positie kreeg bij de inrichting van de openbare ruimte. Het begrip (burger)participatie werd geïntroduceerd. Dit zonder te weten wie die burger nu eigenlijk is en wat we onder participatie verstaan. Om de burgers een positie te geven, diende de terminologie te worden aangepast. Met technische termen kom je immers niet ver bij het communiceren. Gezocht moest worden naar termen, die door de burgers ook konden worden begrepen. Woorden waar de toehoorders een beleving bij hebben.

 

Echter, als het om deze terminologie gaat én de positie van de burgers waar het om gaat, dan staan we nog maar aan de vooravond van deze ontwikkeling. Ondanks de participatieve samenleving die we met z’n allen voorstaan, is er nog weinig kennis en ervaring. Zeker in relatie tot de openbare verlichting. Wie ziet het licht het komende jaar?!