Business Modellen voor Gemeenten, Deel 1

maandag 12 december 2016
timer 6 min
Om te weten in welke richting de openbare ruimte zich ontwikkelt, moeten we weten wat de toekomst ons brengt. Stilzitten is de doodsteek en in deze transitieperiode zien we zelf niet waar we deel van uitmaken. Visie en lef zijn dus gevraagd.

Zoals ik in mijn eerdere Serie Blogs over: “Alles draadloos ?” had toegezegd zou ik terugkomen met een nieuwe serie over “Business Modellen voor gemeenten”. Natuurlijk heb ik niet de arrogantie dat gemeenten zelf niet aan diverse mogelijkheden hebben gedacht. Ik wil dit alleen in een ander perspectief plaatsen. En dat is de perceptie van de toekomst en de openbare ruimte. En voor dit vakblad Ruimte en Licht dus zeer toepasbaar.

 

Ik was ongelofelijk verbaasd dat mijn eerste serie blogs meer dan 2000 lezers heeft getrokken in een vakblad, waarvoor natuurlijk mijn dank. Dit stimuleert, maar geeft ook een druk om nog beter te presteren en een nog betere serie te schrijven. Dus bij deze en aan de slag! De perceptie van de toekomst is gestoeld op de gedachte dat wat wij nu in de openbare ruimte bouwen, daar voor de komende dertig jaar een plek heeft. Niet rekening houden met allerlei toekomstige ontwikkelingen, zou ons voor vele jaren vleugellam maken en hele gebieden op achterstand zetten. Om een paar voorbeelden te noemen: aardgas wordt op termijn afgeschakeld: moet je toch wel rekening mee houden als je nieuwe woonwijken gaat bouwen. En: in de nabije toekomst voorspel ik dat iedere straat of wijk een eigen energieopslag heeft waar elektriciteit wordt opgeslagen welke wordt gebalanceerd met de in het huis aanwezige energieopslag. Immers, energie-netten worden slim en door de slimme meter gaan we straks toch echt betalen per uur of per kwartier voor de prijs die op dat moment geldt. En wat zijn we dan blij als we die eigen opslag hebben, zodat we uit zelf opgewekte zonne-energie kunnen putten als de net-prijzen hoog zijn.

 

Er zullen naar mijn idee meer energiecellen op straat komen dan er vroeger telefooncellen waren. Dit is mede ingegeven omdat de lokale opwek zo groot wordt, dat het voor de huidige netbeheerders onbetaalbaar wordt om alle netten te verzwaren. De huidige netstructuren zijn immers niet voorzien voor de sterk opkomende teruglevering. En als de huidige terugleververgoeding in fasen is afgeschaft zal de vraag naar energieopslag explosief stijgen. Dus het is gewoon wachten op deze ontwikkelingen die gaan komen. De stedenbouwkundigen kunnen overuren draaien want de buitenruimte komt er gewoon anders uit te zien. Anticiperen is het toverwoord. Dus des te meer reden om de inrichting van de buitenruimte niet conservatief op te zetten.

 

Bent u er nog? Visie en lef zijn dus gevraagd. En de gemeente is nog altijd de regisseur van de openbare ruimte. En terecht. Maar toch zijn daar taken die mogelijk aan een nadere beschouwing onderworpen kunnen worden. Heikel feit is dat we daarbij aan de kerntaken-discussie geraken: wat moet wel en wat moet niet tot het domein van de gemeentelijke taken behoren? Feit is dat de gemeente ook in een veranderende rol is geraakt de laatste jaren. Door de bezuinigingen is veel personeel afgevloeid en is een gemeente niet alleen dichter op zijn kerntaken gekomen maar zijn er ook nieuwe bij gekomen, denk aan de zorg. De beschikbare budgetten staan onder druk of sluiten niet meer aan bij wat er eigenlijk wordt gevraagd. Onderhoudsbudgetten voor Openbare Verlichting worden wel gemaakt maar er is geen of weinig budget voor ver-ledding. In de kern zal de gemeente de taak van het OVL-beheer niet verliezen en de huidige OVL-beheerder zal ook slimmer worden. Alleen de wijze waarop dit wordt ingevuld, zal veranderen. Ook hier zal er nog meer een regisseursrol komen en zal de OVL-ambtenaar zich op andere wijze omringen met deskundigheid in de dagelijkse uitvoering.

 

Maar er is meer. Voor een grotere perceptie van de openbare ruimte is het belangrijk verder te inventariseren waar we allemaal mee te maken krijgen. De smart-city zal in diverse varianten verder haar intrede doen. Dit heeft ook gevolgen voor het beheer van riolering en afvalverwerking. We hebben immers te maken met een voortschrijdende urbanisatie en dat verhoogt de druk op de stedelijke ontwikkeling en afvalverwerking aanzienlijk. Afvalstromen moeten niet alleen beter worden beheerd, maar zullen ook vaker en eerder ingezet worden voor hergebruik. Voedselvoorziening en drinkwatervoorziening zullen met de groei van de wereldbevolking problematische vormen aannemen. Het inzetten van slimme technieken is daarbij onvermijdelijk. De problemen zullen enorm worden en des te slimmer is het om verder te anticiperen op de inrichting van de openbare ruimte. Want de komst van de elektrische auto vraagt om andere voorzieningen. Niet alleen laadpunten, maar ook rij-routebegeleiding, of parkeergeleiding en openbaar vervoer on demand.

 

Op iedere straathoek doet Digital Signage haar intrede. We kennen nu de hele grote schermen langs de grote weg wel, maar over een aantal decennia hangen de straten en woonwijken vol met kleine schermen gemonteerd aan onder andere lichtmasten. Dit alles omdat onze communicatiebehoefte verandert en ook steeds meer interactief wordt. Stedenbouwkundigen zullen andere wegen moeten gaan ontwerpen, andere woonwijken, of althans rekening houden met de ruimte voor deze veranderingen. Straat-indelingen zullen definitief het middeleeuwse karrenspoor verlaten en veranderen in magneetvelden waarover geruisloos vervoer dendert. Winkelzones die nu leegstand kennen zullen vaker in nieuwe woonwijken worden veranderd, waar winkels als een onderdeel van uitmaken, omdat we deels online shoppen en deels onze dagelijkse benodigdheden toch ook om de hoek moeten kunnen kopen. Door de komst van de zelfsturende auto, wordt het in- en uitstappen op openbaar vervoer meer een taxibedrijf waar van punt tot punt wordt gereden in plaats van langs vooraf gestelde haltes of ook waar je bij bepaalde haltes het vervoer on demand kan afroepen.

 

Er zijn talloze toekomstvisies ontwikkeld over de openbare ruimte. Als we nu niet beginnen met veranderen, dan zet ons dat snel op achterstand en leidt dit tot ontevredenheid van de burger die ziet dat het op andere plaatsen wel goed is geregeld. Beter keuzes maken en handelen dan geen keuzes maken en alles bij het oude houden. In deel 2 gaan we meer inzoomen op de business cases die we kunnen beginnen te ontwikkelen om de voortuitgang leven in te blazen.