'Zachte data geven harde cijfers kleur'

donderdag 6 april 2023
Stadsociologe Linda Zuijderwijk schreef de expertcolumn van de eerste Straatbeeld van 2023, die als thema Slimme Openbare Ruimte had.

Toen ik net begon als student Grootstedelijke Vraagstukken en Beleid en daarna als onderzoeker, vond ik het heel spannend om buiten op straat bewoners aan te spreken. Nu ik bijna twee decennia verder ben, weet ik dat veel stadsprofessionals – uiteenlopend van ambtenaar tot ontwerper en ontwikkelaar – het ook moeilijk vinden om in contact te blijven met wat er leeft op straat. Dat contact is natuurlijk wel nodig, want het biedt de professional een vorm van informatie die belangrijk is om besluiten en ontwerpen mee te onderbouwen. Dat is de ‘zachte data’, die naast de harde data van de slimme stad staat. 

Linda Zuijderwijk foto Janita Sassen
Linda Zuijderwijk (foto Janita Sassen)

Maar eerlijk is eerlijk, zelfs na twee decennia in allerlei straten en parken sta ik soms ook met mijn mond vol tanden. Ik ben in mijn werk schrijnende situaties tegengekomen die me doen afvragen of ik wel het goede vak gekozen heb. Voor een onderzoek naar het gebruik van de openbare ruimte heb ik bijvoorbeeld een tijdje een plein geobserveerd, waar tijdens mijn aanwezigheid een meisje gepest werd – een aanwezige beheerder greep gelukkig in. Wat zegt deze situatie over bijvoorbeeld de beleving van veiligheid van dat meisje? Daar kom je alleen achter in een gesprek met dat meisje en met de beheerder.  

Deze gebeurtenis heeft me laten inzien dat de beleving en ervaring van de openbare ruimte, en de relatie tussen bewoners onderling, óók informatie is die van belang is voor de ontwikkeling en beheer van openbare ruimten. Niet alleen de cijfers over vandalisme, overlast of inbraak zijn dan veelzeggend- de beleving doet er zeker ook toe. 

Als professional in de stad kun je dus situaties op straat en onder bewoners tegenkomen die je liever niet was tegengekomen maar die nu eenmaal wel tot de realiteit van de stad behoren. Dit zijn vaak situaties die niet te vangen zijn in vormen van big en open data, die tegenwoordig tot de belangrijkste informatiebronnen in de stad behoren. Ook deze geluiden en beelden van de straat behoren tot de data – ‘zachte data’ weliswaar – die helpen om besluiten te onderbouwen, nieuwe openbare ruimten te ontwerpen of beleid te maken.  

Goed vragen stellen aan bewoners en goed kijken naar de omgeving met al haar facetten is dus uitdagend. Onderzoekers zoals ik en ook mijn oud-collega’s van het Leiden-Delft-Erasmus Centre for BOLD Cities, dat zich onder andere toelegt op projecten met een focus op het burger- en overheidsperspectief op big, open en linked data, helpen professionals die blik naar buiten te richten. Het samenbrengen van professionals met bewoners en bezoekers op straat – daar waar allerlei digitale, maar ook maatschappelijke ontwikkelingen neerslag vinden – is van absolute meerwaarde om de slimme stad ook met zachte data te kunnen voeden. Daarnaast vindt juist ook op straat de nodige reflectie plaats op de impact van beleid – of juist de afwezigheid van beleid – op de slimme stad.  

Een slimme openbare ruimte is dus gebaat bij stadsprofessionals die zowel de harde, big en open data kunnen lezen, als zich laten informeren door de geluiden van de straat: de zachte data die de harde cijfers kleur en context geven. 
 

Linda Zuijderwijk is stadssociologe en doet onderzoek naar sociaal-ruimtelijke vraagstukken van gemeenten, ontwikkelaars, woningcorporaties en anderen. Ze is gespecialiseerd in openbare ruimte vraagstukken en geeft maatwerkadvies op basis van gefundeerd onderzoek.