Voor mensen met een visuele beperking vormt de openbare ruimte een dagelijkse uitdaging. Slechtzienden, die nog beperkt visuele informatie kunnen waarnemen, zijn sterk afhankelijk van de kwaliteit van de inrichting van straten, pleinen en trottoirs. Licht speelt hierin een cruciale rol – niet alleen voor het oriënteren in de ruimte, maar ook voor het veilig en zelfstandig verplaatsen binnen de gebouwde omgeving.
Toegankelijkheid door licht

In Nederland leven zo’n driehonderdduizend mensen met een visuele beperking, waarvan een aanzienlijk deel slechtziend is. Deze groep ziet niet niets, maar ervaart een sterk beperkt zichtveld, contrastverlies, lichtgevoeligheid of een combinatie daarvan. In veel gevallen betekent dit dat zij sterk afhankelijk zijn van heldere contrasten, voelbare elementen en stabiele lichtomstandigheden om veilig en zelfstandig te kunnen functioneren.
Kansen en obstakels
De openbare ruimte biedt hierin zowel kansen als obstakels. Goed ontworpen elementen kunnen bijdragen aan toegankelijkheid en oriëntatie. Denk dan bijvoorbeeld aan trottoirs met voelbare randen en duidelijke overgangen naar de rijbaan. Of oversteekplaatsen met contrastrijke markering en voldoende verlichting, of obstakels zoals paaltjes of fietsenrekken die visueel en/of voelbaar gemarkeerd zijn.
Tegelijkertijd blijkt dat veel openbare ruimtes onvoldoende zijn afgestemd op slechtzienden. Gebrekkige of onregelmatige straatverlichting, een gebrek aan contrast tussen looproutes en omgeving, en obstakels die niet of nauwelijks zichtbaar zijn, vormen structurele barrières. Ook het gebruik van spiegelende of glanzende materialen kan leiden tot storende lichtreflecties, wat desoriëntatie en onveiligheid in de hand werkt.
De rol van verlichting
Licht is essentieel voor iedereen, maar voor slechtzienden kan de juiste verlichting hét verschil maken tussen zelfstandigheid en afhankelijkheid. Gelijkmatige, niet-verblindende verlichting verhoogt niet alleen de zichtbaarheid van routes en obstakels, maar draagt ook bij aan het gevoel van veiligheid. Overgangen tussen licht en donker dienen geleidelijk te verlopen om aanpassing van het zicht te ondersteunen. Daarbij is het belangrijk om overmatige contrasten en schaduwwerking te vermijden.
Typen verlichting
Verschillende typen verlichting en ontwerpkeuzes kunnen positief of juist negatief uitwerken voor slechtzienden. Traditioneel werden veel straten verlicht met hogedruknatriumlampen, die een oranje-gele gloed geven. Hoewel deze lampen efficiënt zijn in energiegebruik, hebben ze een zeer beperkt kleurenspectrum. Voor slechtzienden bemoeilijkt dit het onderscheiden van kleuren en contrasten, wat het herkennen van obstakels, zebrapaden of bewegwijzering kan belemmeren. Het is een verouderde techniek die steeds minder wordt gebruikt.
Ledverlichting is de huidige standaard in de openbare ruimte. Het biedt hoge energie-efficiëntie, lange levensduur en instelbare lichtsterktes. Witte ledverlichting met een breed kleurenspectrum maakt het voor slechtzienden makkelijker om kleuren en contrasten waar te nemen, mits goed toegepast. Het biedt de mogelijkheid tot gerichte, gelijkmatige verlichting, doch kan daardoor ook donkere vlekken in een straat opleveren die voor de slechtziende lastig zijn. Voor hen kan het aanpassen op lichte en donkere overgangen lastig zijn en onzekerheid opleveren. Ook is er een risico te verblinden door slecht afgestelde armaturen en te koude (blauwe) kleuren. Afscherming van de lichtbron en warme kleuren rond de 3000 Kelvin voorkomen dat risico.
Sommige openbare ruimtes maken gebruik van indirecte verlichting via reflectie op oppervlakken (zoals gevels of lichtmasten met uplight). Hoewel dit esthetisch aantrekkelijk kan zijn, is het effect op de zichtbaarheid van looproutes en obstakels vaak beperkt. Het voordeel van de sfeer die deze verlichting brengt, wordt grotendeels teniet gedaan door het verlies aan functionaliteit. Het verhoogt het risico op schaduwen en daardoor onvoldoende zicht op details die voor de slechtziende van essentieel belang zijn. Het is niet geschikt als primaire verlichting in loopzones.
Innovatieve systemen passen het lichtniveau aan op basis van aanwezigheid (bijvoorbeeld via bewegingsdetectie) of tijdstip. Hoewel dit energie kan besparen, leidt het soms tot plotselinge overgangen van donker naar licht of omgekeerd, wat voor slechtzienden desoriënterend is. Bij zulke lichtwisselingen lopen zij het risico dat de zichtaanpassing te traag verloopt en er val- of struikelrisico ontstaat. Het kan bovendien onveilig voelen als het licht pas laat inschakelt; niet alleen voor slechtzienden, maar voor veel meer gebruikers.
Voor slechtzienden is niet alleen de hoeveelheid licht belangrijk, maar ook de kwaliteit: gelijkmatige spreiding, minimale verblinding, warme kleurtemperatuur en duidelijke contrasten tussen looppaden en obstakels. Bij de keuze voor straatverlichting is het daarom essentieel om functionaliteit en toegankelijkheid mee te wegen, naast duurzaamheid en esthetiek.
Voor veel meer gebruikers
Wat goed is voor mensen met een visuele beperking, blijkt in de praktijk ook gunstig voor vele andere groepen: ouderen, kinderen, mensen met tijdelijke blessures of verminderde mobiliteit. Licht in de openbare ruimte is dan ook meer dan sfeer of esthetiek – het is een basisvoorwaarde voor veiligheid en inclusie. Door bij ontwerp, renovatie en onderhoud structureel rekening te houden met mensen met visuele en andere beperkingen, dragen we bij aan een openbare ruimte die uitnodigend en toegankelijk is voor álle inwoners.
Licht en veiligheid
Tenslotte kan verlichting ook bijdragen aan (sociale) veiligheid. Daarvoor is het gelijkmatig en aansluitend verlichten van een straat of gebied van belang; dan zijn alle gebruikers daarbij gebaat. Als zij beter zien waar ze lopen, vermindert de angst om te struikelen of te vallen. Door meer overzicht voorkomt het botsingen of andere onverwachte situaties.
Het creëren van een toegankelijke openbare ruimte begint bij het juiste licht – bewust gekozen én zorgvuldig toegepast. Een toegankelijke, logisch ingerichte en goed verlichte openbare ruimte is een investering in brede maatschappelijke participatie.
Denise Janmaat is directeur van het Nederlands Instituut voor Toegankelijkheid en laat in iedere editie van Straatbeeld haar licht schijnen op de toegankelijkheid van de openbare ruimte.
Bij het thema van dit artikel betrokken organisaties
Meer artikelen met dit thema
Prominente rol verlichting bij herinrichting Vlaszak en Nieuwe Mark Breda
13 jun om 09:11 uurHet historische groene karakter van de Vlaszak aan de oostkant, en het blauwe karakter van de Nieuwe Mark aan…
Lichtvervuiling: span het paard niet achter de wagen
12 jun om 10:17 uurIn elke editie van Straatbeeld schrijft een expert een column over het desbetreffende thema van het magazine.…
De favoriete plek van: Nico Roelofs
4 jun om 11:25 uurNico Roelofs, ontwerper en adviseur openbare verlichting bij de gemeente Arnhem, heeft een bijzondere band met…
Licht in lagen: over de noodzaak van een stadslichtmeester
2 jun om 08:00 uurTerwijl steden vergroenen en verduurzamen, blijft één aspect onderbelicht: de kwaliteit van licht in de…
Excentrieke lichtmasten met gemeentewapen in Winterswijk
27 mei om 08:00 uurDe Groenloseweg in Winterswijk is opnieuw ingericht en heeft naast fietspaden, nieuwe bomen en plantenvakken…
Nieuw: Lightronics LED2WELL platform
26 mei om 12:05 uurGemeenten en provincies staan voor complexe keuzes op het gebied van de kwaliteit van de leefomgeving en…
Young professional in de openbare ruimte: Femke Kaskens
26 mei om 10:14 uurIn deze aflevering van onze rubriek Young professional is de beurt aan Femke Kaskens (28). Femke is ontwerper…
Prominente rol omgevingsgericht lichtontwerp bij transformatie Stationsplein Almere
16 mei om 11:00 uurLicht en verlichting speelden een belangrijke rol bij het herinrichten van het Stationsplein in Almere van…