Nederland heeft grote ambities: in 2050 moet onze economie volledig circulair zijn. De openbare ruimte speelt daarin een sleutelrol. Maar tussen beleidsplannen en de praktijk gaapt nog vaak een kloof. Marco Ekelmans, eigenaar van Buitenkast, laat zien hoe het wél kan – met een modulaire aanpak, digitale ondersteuning en een flinke dosis lef. “Circulariteit is geen extraatje. Het is een andere manier van denken én organiseren.”
Circulair werken begint niet bij de afvalbak, maar aan de tekentafel

Van ambitie naar actie
Het is een boodschap die je inmiddels in vrijwel elk gemeentelijk beleidsstuk terugvindt: duurzaamheid, circulariteit, klimaatbestendigheid. De ambities liegen er niet om. Toch merkt Ekelmans dat het daadwerkelijke circulaire handelen in de openbare ruimte nog steeds eerder uitzondering dan regel is. “Er wordt veel over gesproken, maar te weinig gedaan. Terwijl het de hoogste tijd is om het concreet te maken. In 2030 moeten we al voor de helft circulair zijn. Dat klinkt misschien nog ver weg, maar het is overmorgen. Deze omslag bereik je niet van de ene op de andere dag.”
Ekelmans werkt al meer dan dertig jaar aan oplossingen voor de buitenruimte. Met een duidelijke visie op duurzaamheid probeert hij opdrachtgevers en partners te overtuigen van een fundamenteel andere benadering. “Circulariteit gaat niet over het netjes scheiden van afval aan het eind van een project. Het begint bij het ontwerp. Hoe bouw je iets zó op dat je het later kunt aanpassen, hergebruiken of eenvoudig onderhouden.”
Dat uitgangspunt wordt steeds vaker gedeeld aan de opdrachtgevende kant. Zo stelt de gemeente Almere - een van de gemeenten die al jaren gebruik maakt van de producten en diensten van Buitenkast - bij haar uitvragen nadrukkelijk eisen op het gebied van hergebruik en levensduurverlenging. Erik van de Bielerd, betrokken bij de openbare ruimte namens de gemeente, legt uit: “Wij zijn assetgericht bezig. We kijken naar de waarde van objecten in de openbare ruimte: hoe lang kun je iets functioneel en verantwoord in stand houden? Daar begint het voor ons.”
Almere had voor haar materialen nadrukkelijke eisen op het gebied van hergebruik en levensduurverlenging. In Buitenkast werd de juiste match gevonden
Ontwerpen met hergebruik in gedachte
De sleutel ligt volgens Ekelmans in modulair denken. “Wij zijn volledig overgestapt op een modulaire productlijn. Binnen een productfamilie werken we met standaard bouwstenen. Daardoor zijn onderdelen makkelijker uitwisselbaar, en kunnen we installaties aanpassen zonder alles te vervangen.”
Hij vergelijkt het met de werkwijze van autofabrikanten. “Volkswagen, Audi, Seat – ze bouwen allemaal op dezelfde platformen. Dat maakt productie én onderhoud efficiënt. Wij doen eigenlijk hetzelfde, maar dan voor installaties in de openbare ruimte.”
Een bestaande straatkast die door Buitenkast volledig is hergebruikt en als nieuw wordt ingezet
Het resultaat: als een product niet langer nodig is op locatie A, kan het grotendeels opnieuw worden ingezet op locatie B. “We hebben een keer een serie kasten opgehaald uit een park dat geen evenementenfunctie bleek te krijgen. Een maand later hadden we ze opnieuw nodig in een andere gemeente. Met minimale aanpassingen konden we tachtig procent hergebruiken. En dat voor de helft van de nieuwprijs.”
Ook de gemeente Almere past deze denkwijze actief toe. “In plaats van roekeloos vervangen, vragen wij ons af: wat is de waarde van deze kast, en van de afzonderlijke onderdelen? Wat kunnen we behouden, aanpassen of refurbishen? En als we iets weggooien – hoe doen we dat dan op een natuurvriendelijke manier”, zegt Van de Bielerd.
Voor een recente uitvraag benaderde Almere meerdere partijen met de vraag hoe zij materialen zo lang mogelijk in stand konden houden. “We hebben de markt uitgedaagd om met een plan te komen”, vertelt hij. “Buitenkast sprong eruit vanwege hun modulaire benadering. Zij bouwen in modules, waardoor onderdelen eenvoudig kunnen worden vervangen of hergebruikt. Dat past perfect bij onze filosofie: materialen uit Almere moeten idealiter ook weer in Almere terugkomen.”
Meer doen met minder
Modulair ontwerpen heeft meerdere voordelen. Niet alleen wordt hergebruik eenvoudiger, ook onderhoud en beheer worden efficiënter. “Doordat we met een beperkt aantal standaardcomponenten werken, kunnen monteurs sneller schakelen. Ze herkennen systemen, weten wat ze nodig hebben en kunnen makkelijker onderdelen vervangen. Dat scheelt tijd én geld.”
Bovendien maakt deze aanpak het mogelijk om onderdelen terug te nemen en te refurbishen. “We houden bij wat vaak kapotgaat, en passen het ontwerp daarop aan. Zo verbeteren we continu onze producten. En alles wat nog goed is, nemen we op in onze voorraad. Voor eigen risico. Zodra er weer vraag is, kunnen we die componenten inzetten. Refurbished, gelijkwaardig aan nieuw.”
Een serie PUTkasten en Straatkasten die recentelijk in ontvangst zijn genomen om te worden refurbished
Volgens Van de Bielerd vraagt dat ook iets van gemeenten zelf. “Je moet durven investeren in doorontwikkeling en circulair ontwerp, ook als het op de korte termijn iets meer kost. Die investering betaalt zich later dubbel en dwars terug in lagere beheerlasten, minder afval en hogere gebruikswaarde.”
Data als hefboom
Een andere cruciale factor in deze circulaire werkwijze is alles vastleggen en documenteren. Elke installatie krijgt een uniek nummer en wordt volledig geregistreerd in een digitale database. “We noemen het een grondstoffenpaspoort. Van elk onderdeel weten we waar het vandaan komt, wanneer en door wie het is gemonteerd, en hoe het presteert.”
Die informatie is goud waard. “Als er onderhoud nodig is, weten onze monteurs direct wat ze kunnen verwachten. En bij terugname kunnen we gericht beoordelen wat nog bruikbaar is. Je voorkomt verspilling én werkt veel efficiënter.” Bovendien biedt het waardevolle inzichten. “Als we zien dat bepaalde componenten structureel sneller slijten, kunnen we het ontwerp aanpassen. Dat maakt de hele keten slimmer. Niet alleen circulair, maar ook kwalitatief beter.” Ook bij opdrachtgevers groeit de waardering voor dit soort transparantie. Van de Bielerd: “Door digitaal te volgen wat er staat en hoe het presteert, kunnen wij als gemeente veel beter sturen op levensduur, vervanging en hergebruik. Dat geeft grip op circulariteit.”
Organisatie over afdelingen heen
Toch is het invoeren van circulair werken niet alleen een technische of ontwerpvraag. Het is ook een organisatorisch vraagstuk. En juist daar wringt het vaak, merkt Ekelmans. “In veel gemeenten is de organisatie en daarmee belangen sterk verzuild. Je hebt projectafdelingen, beheerafdelingen met elk eigen budgetten die strikt gescheiden zijn. Dat maakt integraal denken lastig.”
Het probleem: circulaire keuzes zijn zelden op korte termijn voordeliger. “Een modulaire kast met een hoge kwaliteit is bij aanschaf misschien iets duurder, maar gedurende de levensduur bespaar je flink op onderhoud en vervanging. Alleen ziet de afdeling die ‘m nu bestelt die baten niet terug. Dus wordt er toch gekozen voor de goedkoopste oplossing op de korte termijn.”
Volgens Van de Bielerd is het dan ook essentieel om circulaire uitgangspunten al in de uitvraag te verankeren. “Als je als opdrachtgever helder formuleert waar je naartoe wilt, dan kan de markt daarop inspelen. En dan zie je dus ook écht innovatie ontstaan.”
Een PUTkast, afkomstig van een Limburgse gemeente, heeft tweede leven gekregen
Van bezit naar gebruik
Die lange termijn-denkwijze vraagt ook om een andere kijk op eigendom. Ekelmans ziet toekomst in een model waarbij klanten betalen voor gebruik in plaats van voor bezit. “Je ziet het in andere sectoren ook: van koop naar lease, van eigendom naar service. Waarom zou dat in de openbare ruimte anders zijn?”
In zo’n model verschuift het risico naar de leverancier, maar ontstaat er ook meer verantwoordelijkheid om producten degelijk, duurzaam en onderhoudsvriendelijk te maken. “Het dwingt je om circulair te denken. Want hoe langer iets meegaat, hoe beter het is voor jou én voor de klant.”
Een bestaande PUTkast die met geringe aanpassingen tijdens een herinrichting een nieuw leven heeft gekregen
Circulair denken vraagt durf
Toch is er nog veel koudwatervrees, merkt Ekelmans. “Mensen in de projectwereld zijn gewend om alles nieuw te leveren. Als iets niet glimt, is het al snel ‘minder’. Maar dat is een illusie. Een plein van een paar jaar oud is ook niet meer spik en span. We moeten af van dat perfectionisme.”
Hij wijst op de kracht van voorbeelden. “In Almere hebben we inmiddels meer dan tien installaties geleverd die volledig uit refurbished materialen bestaan. En niemand die het verschil ziet. Sterker nog, als je de levenscyclus meerekent, zijn ze vaak beter dan nieuw.”
Van de Bielerd beaamt dat. “Het is mooi om te zien dat de markt in beweging is. Toen we begonnen dacht ik nog: die stroomkastenmarkt is waarschijnlijk heel traditioneel. Maar het tegendeel blijkt waar. Je ziet partijen zoals Buitenkast die echt meedenken, flexibel zijn en klaarstaan om te leren.”
De toekomst: een marktplaats voor materialen
Ekelmans droomt van een landelijke marktplaats voor herbruikbare producten in de openbare ruimte. “Er is zó veel materiaal dat nu wordt weggegooid, terwijl het nog prima een tweede leven kan krijgen. Als je vraag en aanbod slim aan elkaar koppelt, kun je enorme stappen maken.”
Een voorbeeld: installaties die na vijftien jaar uit het veld komen, kunnen worden opgewaardeerd en opnieuw ingezet. “We zitten inmiddels midden in de vervangingsmarkt. Dat is hét moment om circulair te oogsten. We hebben de kennis, de techniek én de praktijkervaring. Wat we nu nodig hebben, is opschaling.”
Samenvattend: circulariteit in de openbare ruimte is volgens Ekelmans en Van den Bielerd haalbaar, uitvoerbaar én uiteindelijk kostenefficiënt – mits je bereid bent verder te kijken dan de korte termijn. Het vraagt een andere manier van denken, ontwerpen en organiseren. En het begint niet aan het einde van de levenscyclus, maar juist aan de voorkant van elk project.
Buitenkast
Wormerveer
075 – 750 2214
buitenkast.nl
Bij het thema van dit artikel betrokken organisaties
Meer artikelen met dit thema
Beweegalliantie organiseert Actief Werkbezoek Leefomgeving
10 apr om 09:19 uurBewegen moet (weer) net zo normaal worden als ademhalen. Maar hoe realiseren we dat binnen de fysieke…
Het meest duurzame verkeersbord heeft u al in uw bezit
8 apr om 09:31 uurIn 2030 heeft de Rijksoverheid 50 procent circulaire inkoop als doel. Dit betekent dat producten en…
Bedrijventerrein Nieuw-Reijerwaard verlicht met duurzame gelijkstroom
31 mrt om 10:18 uurNieuw-Reijerwaard zet een belangrijke stap in de verduurzaming van de openbare ruimte door de verlichting…
Levy: ik was een hek en ben nu een fietsenrek
26 mrt om 09:32 uurOp de Nationale Klimaat Vakbeurs 2025, die plaatsvindt op 16 en 17 april in Expo Houten, presenteert Delta hun…
Hoe koppelen gemeente én bewoners in Deventer het regenwater van het riool af?
26 mrt om 08:57 uurOngeveer zestig procent van de binnenstedelijke ruimte in Deventer is in particuliere handen. Om de stad…
Beweegvriendelijke openbare ruimte: van visie naar praktijk
21 mrt om 08:00 uurEen vader die met zijn kind een slingerpaadje neemt in plaats van de rechte stoep. Een groep jongeren die op…
Waterberging in de wegfundering: ruimtebesparend en effectief
20 mrt om 08:45 uurDoor waterberging in de wegfundering te integreren, ontstaat er bovengronds meer ruimte voor andere functies.…
Een groener dorpsplein als podium voor Geffen
19 mrt om 08:33 uurWe zien het meer en meer, versteende dorps- of stadspleinen die worden omgetoverd in een groene verblijfsruimte…