Bewegen als bouwsteen van de stad 

maandag 29 december 2025

Thijs van Spaandonk is sinds begin 2025 een van de twee nieuwe Rijksadviseurs van het College van Rijksbouwmeester en Rijksadviseurs. Samen met Noël van Dooren en Rijksbouwmeester Francesco Veenstra adviseert Van Spaandonk het Rijk vanuit een onafhankelijke positie over ruimtelijke kwaliteit. Van Dooren is de landschapsarchitect van het duo, Van Spaandonk adviseert op het vlak van stedelijke ontwikkeling en infrastructuur.  Een interview. 

Van Spaandonk woont en werkt in de wijk Buiksloterham in Amsterdam Noord, een wijk in transitie. “Ik loop van werk naar huis, een paar honderd meter is dat. Een luxe die ik iedereen gun, dat je lopend door je stad of dorp allerlei voorzieningen binnen handbereik hebt, zodat je ook echt de keuze hebt om te lopen. Het is echt een goede manier om mensen tegen te komen, het tempo leent zich ervoor om af en toe even stil te staan. Lopen nodigt uit tot gesprek en ontmoeting.”   

Hoewel Van Spaandonk zijn buurt als prettig ervaart, zullen de deskundigen het erover eens zijn dat Buiksloterham niet uitblinkt in beweegvriendelijkheid. “Doordat het een gebied in transformatie is, merk je dat de openbare ruimte wat rommelig is. Die wordt ingericht als de transformatie klaar is, maar die is nooit klaar.” En daar zit wat Van Spaandonk betreft de crux. “Als je beseft dat de leefomgeving eigenlijk permanent in transformatie is, kom je erachter dat de openbare ruimte misschien wel de enige permanente factor is. De gebouwen transformeren, de openbare ruimte is al zo oud als de weg naar Rome. Volgens mij zouden we veel meer met die bril naar de openbare ruimte moeten kijken. Hoe kan je die zo inrichten dat die altijd voldoet en altijd laat zien welke aandacht we geven aan hoe we door de stad bewegen?”  

Bewegen en stedelijk weefsel  

Het is daarbij belangrijk om te beseffen dat een loopvriendelijke omgeving nog niet meteen een beweegvriendelijke omgeving is, vindt Van Spaandonk. “Loopvriendelijk gaat over routes, liefst zonder barrières. Bij een beweegvriendelijke leefomgeving heb je het meer over verblijven. Op dat vlak is er ook nog echt een slag te maken. Op heel veel plekken halen we de norm voor speelplekken niet, terwijl die ook nog eens heel minimaal is. Daarnaast zie je dat bij de inrichting van wijken vooral op het esthetische aspect wordt gelet en daardoor bewegen juist onmogelijk wordt gemaakt, omdat je niet op een veldje mag voetballen of de bankjes niet mag gebruiken voor het skaten. Ik vind dat een onwenselijke ontwikkeling, juist omdat die openbare ruimte zo belangrijk is om mensen in beweging te krijgen. Een sportvereniging werpt een drempel op, omdat je lid moet worden én door de ligging aan de rand van de stad. En dan sluiten ze ook nog eens de deuren in de zomer als de velden niet gebruikt worden.” 

Voorzieningen voor bewegen zouden daarom veel integraler onderdeel uit moeten maken van de buurt, meent Van Spaandonk. “En dan niet ergens een trapveldje achteraf, maar juist in het zicht. En ja, dat geeft soms overlast van stuiterende ballen of gillende kinderen, maar dat hoort er gewoon bij. Dit zijn namelijk plekken die onderdeel zijn van het stedelijk weefsel en die ook goed onderhouden moeten worden zodat ze zichtbaar hoogwaardig en uitnodigend zijn.”  

Buitenproportioneel 

Hij ziet in de plek die de auto inneemt een grote uitdaging voor het loop- en beweegvriendelijk maken van de openbare ruimte. Met alle opgaven die in de openbare ruimte zullen moeten landen is er volgens hem maar één conclusie mogelijk. “Feit is dat de ruimte die gebruikt wordt voor het stallen van auto’s buitenproportioneel is. Ruimte die je zou willen gebruiken voor ontmoetingsplekken, lopen, sporten en fietsen. Als je meer ruimte wilt vrijspelen in de fysieke leefomgeving, dan is de mobiliteitsoplossing daar een essentieel onderdeel van. Bij het ontwerpen en aanleggen van nieuwe wijken moet je proberen mobiliteit zo veel mogelijk te beperken. Maak voorzieningen voor het parkeren van auto’s daarnaast collectief én gestapeld, zodat ze minder ruimte vragen. In het buitenland zijn daar mooie voorbeelden van, zoals in Kopenhagen. Daar is een parkeergarage zo ingericht dat ze ook is te transformeren naar een gebouw met een andere functie, voor als er een moment komt dat er minder auto’s nodig zijn.”  

De manier waarop onze openbare ruimte wordt ingericht hangt voor een groot deel samen met onze economie, stelt Van Spaandonk. “We doen alsof grond een vrij verhandelbaar ding is, maar het is een schaars goed. Waar die grond ligt, is heel bepalend voor wat je ermee kunt en wat je er kunt ontwikkelen. Het is daarmee faciliterend voor allerlei economische processen. Echter, bij stedelijke ontwikkeling is vastgoed- en grondwaarde een dominante factor geworden en daar lopen we nu in vast. Want grond moet rendement opleveren en het liefst ook nog zo hoog mogelijk. We zullen naar een manier moeten waarin de speculatie van grondwaarde geen onderdeel meer is van hoe we ermee omgaan. En ik snap dat dat super complex is, maar ik denk dat we er niet aan kunnen ontkomen.”  

Alternatief grondbeleid 

Om hier een kentering in te krijgen moeten we als maatschappij naar onszelf kijken, vindt de Rijksadviseur. “Wij moeten als maatschappij van onze politici verwachten dat ze fundamentele vragen op tafel leggen over hoe we met schaarste aan ruimte, middelen, grondstoffen omgaan. Daarnaast vind ik dat gemeenten die over grondbeleid gaan het moeten aandurven om een alternatieve manier van grondbeleid te ontwikkelen. In München vinden ze dat mensen meer bijdragen aan de lokale economie op het moment dat ze een betaalbare woning hebben. Dus als ze goedkoper wonen, zijn mensen eerder bereid om te gaan ondernemen of een carrièreswitch te maken, omdat het risico dat je je huis niet kunt betalen, kleiner is. De gemeente stelt daarom een deel van de gemeentelijke grond beschikbaar voor coöperatieve woonvormen of andere betaalbare woningen. Minder inkomsten uit wonen betaalt zich op allerlei andere manieren terug.”  

Deze parallel is goed te leggen met de beweegvriendelijke omgeving. “In principe hebben overheden van ons het mandaat gekregen om maatschappelijke waarde te creëren, dat zou altijd primair de focus moeten zijn. Dus de overheid zou moeten investeren in de beweegvriendelijke omgeving, ook als dat niet direct rendement oplevert. Dat risico mag ze lopen, want de overheid hoeft er niet iets aan terug te verdienen.”  

Coalities vormen  

Toch wordt volgens Van Spaandonk steeds vaker gekeken naar hoe investeringen van de overheid in een bepaald gebied daar kunnen blijven. “Je moet dan gaan kijken welke partners er een belang hebben bij die investeringen. Dat kan een woningcorporatie zijn, een zorginstelling of misschien wel een schadeverzekeraar. Door coalities te vormen kan je een deel van die baten naar voren halen en investeren in preventie. Er is echter wel governance nodig om dat voor elkaar te krijgen.”  

Het College van Rijksbouwmeester en Rijksadviseurs werkt op dit moment aan een nieuwe agenda. “We verkennen de komende tijd hoe dit gedeelde beeld van waar het met de toekomst van de leefomgeving naartoe zou moeten samen te bereiken. Want het is inderdaad slim om vooraf te investeren in de gezonde leefomgeving, in ruimte voor lopen en bewegen. We zien dat dat meerwaarde heeft.”  

Het is de hoop van Van Spaandonk dat deze manier van denken ook z’n weg vindt naar het onderwijs. “Zekerheid hebben we nooit, maar de rol van onderwijs is wel degelijk heel belangrijk. Het belang van lopen en bewegen in die openbare ruimte moet beter verankerd worden in het curriculum, het moet beter tussen de oren komen van de nieuwe generatie ontwerpers, hetzelfde geldt voor planologen en beleidmakers.”  

Daarnaast wil Van Spaandonk af van het maakbaarheidsdenken dat de afgelopen decennia hoogtij vierde. “Op dit moment maken we een bestemmingsplan en op een gegeven moment moet het af zijn. Terwijl ik denk dat de openbare ruimte constant in transformatie is. Misschien moeten we dus geen bestemmingsplannen maken, maar reisplannen.”  

Dit artikel is verschenen in Straatbeeld #5 2025. Lees deze editie gratis in onze digitale bibliotheek.

Meer artikelen met dit thema

descriptionArtikel

Eindeloze mogelijkheden voor de inrichting en verlichting van de buitenruimte

20 sep om 13:41 uur

Van levendige pleinen en groene woonwijken tot sfeervol verlichte stadscentra en parken of functionele…

Lees verder »
descriptionArtikel

Dorpsplein Alphen krijgt nieuw leven dankzij herinrichting

19 sep om 11:03 uur

In augustus 2015 werd Alphen, een dorp in de gemeente West Maas en Waal, getroffen door een hevige regenbui die…

Lees verder »
descriptionArtikel

Hoe breng je met de MKI als gunningscriterium de CO2-uitstoot met driekwart terug?

18 sep om 09:24 uur

Bij provinciale infrastructuur is asfalt verantwoordelijk voor een groot deel van de CO₂-uitstoot. Bij een…

Lees verder »
descriptionArtikel

Cascades van natuursteen: de watertrap die Leidsche Rijn kleur geeft

18 sep om 09:15 uur

In het hart van het Utrechtse Leidsche Rijn ligt een park dat meer is dan zomaar een groenstrook. Het…

Lees verder »

Agora Makers: zes vertrouwde merken onder één dak

16 sep om 13:34 uur

Wij geven het inrichten van de buitenruimte een nieuwe dimensie. Zes toonaangevende producenten – één krachtige…

Lees verder »
descriptionArtikel

Transformatie Oranjebuurt Dieren als model voor duurzame wijkontwikkeling

16 sep om 13:24 uur

In de afgelopen jaren heeft de Oranjebuurt in Dieren een ingrijpende metamorfose ondergaan. Waar de Oranjebuurt…

Lees verder »

Maak openbare voorzieningen slimmer met online beheer

16 sep om 13:19 uur

Met onze Slimme kast® heb je altijd en overal inzicht in de status van je installatie. Storingen worden direct…

Lees verder »

TG Lining maakt de openbare ruimte toegankelijk

16 sep om 12:32 uur

TG Lining is specialist op het gebied van geleideroutes voor mensen met een visuele beperking. 

Lees verder »