Met de nieuwe landelijke verkiezingen voor de deur lijken de gemeenteraadsverkiezingen van 2026 wat op de achtergrond te raken. Niet voor Ruimte voor de Jeugd. Met een manifest wil dit platform voor spel- een speelruimte voor kinderen en jongeren, het buiten spelen (hoger) op de agenda van de gemeenten krijgen. Saskia van Hoore, bestuurslid, vertelt over het hoe en waarom van het pleidooi.
‘Gemeenten kunnen met buitenspeelbeleid het verschil maken voor een kind’
Buiten spelen en bewegen zijn essentieel voor de gezondheid, de cognitieve, sociale en motorische ontwikkeling en het welbevinden van het opgroeiende kind. Als het aan Ruimte voor de Jeugd ligt, klinkt die boodschap luider door in de verkiezingsprogramma’s van de politieke partijen voor de gemeenteraadsverkiezingen van komend jaar. Nodig, want met de toenemende stedelijke verdichting wordt de druk op de buitenruimte steeds groter, ziet Saskia van Hoore. Het is de uitdaging om in die buitenruimte het spelen en bewegen een prominentere plek te geven.
“Er is wel steeds meer aandacht voor sporten, spelen en bewegen in het beleid en bij ontwikkelaars”, zegt ze. “Maar tegelijkertijd staat het onder druk. Er is gewoon minder ruimte en dan is spelen en bewegen bij de planvorming toch nog te vaak een sluitstuk.” Dat is tegen haar zere been. “Als je kinderen wilt stimuleren en wilt bijdragen aan hun ontwikkeling, moet je juist vol op spelen en bewegen inzetten. Dat werkt bovendien preventief en is zo een relatief goedkope optie in een tijd dat bezuinigingen hoog op de agenda staan.” Met het manifest wil Ruimte voor de Jeugd daarom lokaal impact maken en de gemeentelijke bestuurders doordringen van de noodzaak om buiten spelen en bewegen een prominentere plek te geven bij (her)inrichtingsprocessen van de openbare ruimte.
Zorgwekkende cijfers
Van Hoore haalt in het manifest een onderzoek van Jantje Beton aan waaruit blijkt dat 32 procent van de kinderen tussen 6 en 12 jaar nooit buiten speelt zonder volwassene in de buurt. Een percentage dat de laatste jaren bovendien omhoog is geschoten. Een te volle agenda, de verlokkingen van het beeldscherm, geen andere kinderen op straat of een niet uitnodigende speelruimte worden onder andere als redenen genoemd. Het zorgt er voor dat 40 procent van Nederlandse jeugd te weinig beweegt.
“Je ziet dat er steeds meer obesitas is onder kinderen en dat ze vaker een motorische achterstand oplopen. Ze spelen ook steeds minder buiten, zitten achter schermpjes. En je ziet dat ouders terughoudend zijn en kinderen binnen houden.” Een gevolg is dat het aantal kinderen met allerlei gezondheidsklachten groeit: van overgewicht, motorische achterstand, bijziendheid tot mentale problemen. Het manifest staaft dat met zorgwekkende cijfers.

Vijf adviezen
Buiten spelen kan een rol spelen om deze problemen aan te pakken, zo betoogt Ruimte voor de Jeugd. En gemeenten kunnen hierin een verschil maken. Om hen hierbij te helpen komt ze met adviezen hoe gemeenten het buiten spelen kunnen stimuleren.
Buiten spelen opnemen in de planvorming bij stedelijke programmering, is het eerste advies. “Met de enorme woningbouwopgave en de verdichting is het belangrijk om de openbare ruimte mee te nemen. Als die aantrekkelijk is, draagt dat niet alleen bij aan de waarde van het vastgoed, maar ook aan de gezondheid en het welzijn van de bewoners. Daarom is het belangrijk om ambtenaren die zich bezighouden met buiten spelen, vroegtijdig bij de ontwikkelaars aan tafel te laten zitten.”
Ze schakelt in één adem door naar het tweede advies, om al vóór die planvorming kwalitatieve en kwantitatieve richtlijnen voor spelen op te stellen. “Hoeveel speel- en beweegruimte neem je op bij je gebiedsontwikkelingen? Daar moet een richtlijn voor komen. Jantje Beton heeft daar ooit de drieprocentrichtlijn voor speelruimte voor geformuleerd.” De gemeente Leiden, waar Van Hoore achttien jaar werkte, ging nog een stap verder, legt ze als voorbeeld uit. “Leiden heeft een tienprocentnorm opgesteld, die zeiden: we hebben een richtlijn voor de hoeveelheid speel- en beweegplekken, we hebben een richtlijn voor de kwaliteit en we voeren nu ook een richtlijn in die zegt dat tien procent van de hoeveelheid ruimte in een buurt voor spelen en bewegen moet zijn. Je ziet dat steeds meer gemeenten daarmee stoeien, want dan heb je aan tafel iets concreets in handen.”
Sociaal en fysiek verbinden
Als derde noemt Van Hoore het verbinden van sociale en fysieke opgaven. “Dat zijn twee werelden binnen een gemeente, het sociale en het fysieke domein: collega’s die elkaar bij het koffieautomaat en tijdens de lunch echt wel spreken en die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, maar er om een of andere reden toch een andere werkwijze op na houden. Het stedelijk ontwerp gaat over mensen, over waar ze winkelen, naar school gaan, waar ze wonen, hoe ze gelukkig zijn en wat ze nodig hebben om te leven. Dus het is superbelangrijk om fysiek en sociaal aan elkaar te knopen.”
We komen bij het vierde advies: ruimte reserveren alleen is niet genoeg. “De ruimte is een voorwaarde, maar je moet ook activeren.” Ze pleit voor meer uitdaging, meer lef. “Het moet allemaal wel heel veilig zijn, terwijl kinderen om uitdaging schreeuwen. Ze willen de wereld ontdekken en er kan veel meer dan dat er nu gebeurt.” Het advies luidt dan ook om speel- en beweegactiviteiten te ondersteunen.
Betrek de kinderen erbij, is het vijfde en laatste advies in het manifest. “Echt zo belangrijk”, benadrukt Van Hoore. “Praat niet over, maar met mensen.” Dat gaat verder dan de klassieke participatievorm van een aantal ontwerpen voorleggen, stelt ze. “Betrek ze echt, laat ze meedenken en min of meer mee ontwerpen aan die speelruimte. Neem ze serieus, zij zijn de gebruiker uiteindelijk.”
Kostenbesparend
In het manifest noemt Ruimte voor de Jeugd enkele voorbeelden van modellen waarmee gemeenten hun speel- en beweegruimte proberen te borgen. Zo werkt Amsterdam met ‘Twaalf logische principes voor een gezonde stad’, hanteert Leiden ’10 Leidse beweegsleutels en heeft Utrecht een ‘barcode voor gezond stedelijk leven’ ontwikkeld. “Groningen heeft ook een model, het is belangrijk dat iedere gemeente iets ontwikkelt wat bij hun past. Geen blauwdrukken of methodieken die je zomaar ergens neergooit, maar goed kijken wat je nodig hebt en bij je past.”
Tot slot, Van Hoore noemde het woord al, kostenbesparend. Een woord dat menig gemeente als muziek in de oren moet klinken, zeker met het ‘ravijnjaar 2026’ voor de deur - het jaar waarin gemeenten aanzienlijk minder financiële ondersteuning vanuit het rijk ontvangen. Verschraling van voorzieningen ligt op de loer en jeugdzorg, onderwijs, spel en sport zullen die dans niet ontspringen, vreest Ruimte voor de Jeugd. Daarom wijst Van Hoore erop dat investeren in buiten spelen en een beweegvriendelijke leefomgeving bijdraagt aan de fysieke en mentale gezondheid van kinderen. De opbrengsten van sporten en bewegen zijn 2,76 keer groter dan de investeringen, leert onderzoek van het Kenniscentrum Sport en Bewegen. “Als je inzet op buitenspelen, werkt dat preventief en kun je heel veel kosten besparen”, besluit Van Hoore.
Meest gelezen
Bij het thema van dit artikel betrokken organisaties
Meer artikelen met dit thema
Beweegvriendelijke openbare ruimte: van visie naar praktijk
21 mrt om 08:00 uurEen vader die met zijn kind een slingerpaadje neemt in plaats van de rechte stoep. Een groep jongeren die op…
Abrio: innovatieve verkoeling voor stedelijke gebieden
10 mrt om 09:40 uurSteden kampen met steeds hogere temperaturen door het hitte-eilandeffect. De Abrio uit de CoolHub™-collectie…
Het onderschatte potentieel van schoolpleinen
10 mrt om 08:44 uurSchoolpleinen bieden vaak meer mogelijkheden dan alleen een speelplek voor kinderen. Van vergroening tot…
Avontureneiland in Borne als speelse oplossing voor water en klimaat
7 mrt om 09:36 uurIn gemeente Borne ligt een bijzondere plek: het Avontureneiland. Een plek waar kinderen kunnen spelen, bewoners…
De speelzijdige stad: hoe we onze steden speelser en beweegvriendelijker maken
6 mrt om 09:26 uurIn een tijd waarin kinderen minder buitenspelen en steden steeds drukker worden, is het belangrijker dan ooit…
Speeltoestel in Haarlem krijgt tweede leven dankzij duurzame renovatie
6 mrt om 09:05 uurIn Haarlem is een innovatieve en circulaire aanpak toegepast om een speeltoestel op het Flevoplein een tweede…
Naar een beweegvriendelijke leefomgeving: verbind ruimtelijk en sociaal domein
3 mrt om 08:41 uurHaarlem investeert in beweegvriendelijke openbare ruimte
18 feb om 08:37 uurDe gemeente Haarlem zet in op een beweegvriendelijke stad door extra ruimte te creëren voor sport en ontmoeting…
