Bij het ontwerpen en inrichten van de openbare ruimte komt veel kijken. Er spelen talloze belangen en invalshoeken. Eén aspect dat in ieder geval belicht moet worden, is toegankelijkheid. Zeker nu wet- en regelgeving steeds duidelijker voorschrijven dat de openbare ruimte en gebouwen voor iedereen bruikbaar moeten zijn – óók voor mensen met een beperking. En hoe eerder in het proces daarover wordt nagedacht, hoe beter. Wat in een vroeg stadium nog eenvoudig op te lossen is, kan later veel geld, tijd en frustratie kosten – of zelfs helemaal niet meer mogelijk zijn.
Vooruitkijken loont, zeker als het gaat om toegankelijkheid
Begin bij het begin
Stel: een projectontwikkelaar ziet potentie in een locatie voor woningbouw. Op het eerste gezicht lijken de randvoorwaarden gunstig. Maar in die allereerste afwegingen – bij het schetsen van mogelijkheden en beperkingen – worden vaak al onbewust keuzes gemaakt die grote impact hebben op de uiteindelijke toegankelijkheid van het gebied.
Denk bijvoorbeeld aan de bereikbaarheid van woningen voor mensen met een fysieke beperking. Wordt daar niet vanaf het begin rekening mee gehouden, dan wordt die hele doelgroep uitgesloten. En dat betekent later óf dure aanpassingen óf structurele belemmeringen – soms zelfs beide.
Een gemiste kans
Een voorbeeld uit de praktijk: bij een nieuwbouwproject met seniorenwoningen werd besloten het gebouw een meter boven het maaiveld te plaatsen. Gezien de ligging een logische keuze, maar met de beperkte ruimte eromheen bleek het hoogteverschil achteraf nauwelijks te overbruggen. Het gevolg: geïmproviseerde oplossingen die dagelijks voor ongemak en risicovolle situaties zorgen voor bewoners en bezoekers met een rollator of rolstoel.
De bewoners kunnen niet zelfstandig de deur uit voor hun boodschappen en een bezoek aan de fysiotherapeut of het buurtcentrum. In plaats van naar de bushalte te lopen om bij de kleinkinderen langs te gaan, zijn ze nu afhankelijk van de regiotaxi of Valys. Ze bewegen minder en verliezen conditie en zelfstandigheid. Een woning die bedoeld was om vitaal oud te worden, belemmert nu juist het zelfstandig functioneren. De gevolgen zijn niet alleen persoonlijk ingrijpend, maar ook maatschappelijk kostbaar. Dit had voorkomen kunnen worden als in de beginfase beter was nagedacht over de toegankelijkheid van gebouw én omgeving.
Programma van Eisen als basis
Cruciaal in dit soort processen is het Programma van Eisen. Zeker bij projecten voor (senioren)woningen die gericht zijn op zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen (of voor andere doelgroepen met specifieke behoeften), moet daarin vanaf het begin helder staan wat er nodig is om het gebouw en de omgeving écht toegankelijk te maken. Kennis van materialen, ontwerpprincipes en wet- en regelgeving speelt hierin een belangrijke rol. Ontbreekt die kennis, of wordt die te laat ingeschakeld, dan gaan waardevolle kansen verloren.
De rol van gemeenten
In veel gevallen speelt de gemeente een belangrijke rol, bijvoorbeeld als grondeigenaar of beleidsbepaler. Daarmee ligt er ook een verantwoordelijkheid. Als de gemeente de voorwaarden schept, mag van haar verwacht worden dat zij toegankelijkheid vanaf het begin op de agenda zet. Dat begint bij het goed vastleggen van afspraken: wie doet wat, wanneer en met welk resultaat? Zeker bij investeringen op de lange termijn is het essentieel dat alle partijen weten waar ze aan toe zijn – en wat ze van elkaar mogen verwachten.
Toch blijft toegankelijkheid in de praktijk vaak onderbelicht. Veel professionals hebben er tijdens hun opleiding weinig of niets over geleerd. Het onderwerp komt daardoor te laat op de kaart, waardoor de momenten waarop het verschil gemaakt kan worden, worden gemist.

De praktijk
Nog een voorbeeld: op een nieuw bedrijventerrein, met hoge ambities op het gebied van duurzaamheid en innovatie, leek alles goed geregeld. Directe aansluiting op de snelweg, een treinstation naast de deur – ideale voorwaarden voor goede bereikbaarheid, ook voor mensen met een beperking. Maar nu het terrein in gebruik is, blijkt niet elk pand zelfstandig bereikbaar vanuit het station. Een noodzakelijke aanpassing van de looproute is al drie jaar onderwerp van discussie.
Voor een ondernemer die vanaf dag één aandacht had voor toegankelijkheid in het ontwerp van zijn gebouw, is dat frustrerend. Hij wil mensen met een beperking in dienst nemen en bezoekers met een rolstoel ontvangen, maar blijft afhankelijk van infrastructuur buiten zijn perceel.
Wat is er nodig?
Als we Nederland écht toegankelijk willen maken, moeten we toegankelijkheid verankeren in álle lagen van het ontwerpproces. Dat begint bij het onderwijs: opleidingen binnen bouw, ontwerp, vastgoedontwikkeling en openbare ruimte moeten structureel aandacht besteden aan dit onderwerp. Zo wordt het vanzelfsprekend om bij elke opgave ook deze bril op te zetten.
Voor wie al werkzaam is in het vak, is bij- en nascholing essentieel. Via trainingen, (incompany) cursussen en accreditatieprogramma’s is steeds meer kennis beschikbaar over de praktische toepassing van toegankelijkheidsrichtlijnen. En dat loont – voor opdrachtgevers, uitvoerders én eindgebruikers.
Voorbereiding
De sleutel tot succes ligt in een gedegen voorbereiding. Door al in het allereerste stadium – nog vóór de eerste lijnen op papier staan - toegankelijkheid op de agenda te zetten, kunnen alle betrokken partijen bijdragen aan een toekomstbestendig ontwerp.
Dat betekent: een concreet en uitgebreid Programma van Eisen, waarin toegankelijkheid een vast onderdeel vormt. En sluitende afspraken over wie waarvoor verantwoordelijk is, inclusief vastlegging in samenwerkingsovereenkomsten.
Want hoewel het soms als een open deur klinkt, laten de voorbeelden zien dat dit helaas nog lang niet vanzelfsprekend is.
Samen vooruit
Wanneer alle betrokkenen - van gemeente tot ontwikkelaar en van architect tot aannemer - zich bewust zijn van hun rol, ontstaat ruimte voor ontwerpen die echt inclusief zijn. Dat levert winst op in meerdere opzichten: voor de eindgebruiker, die zich vrij en zelfstandig kan bewegen. Voor de opdrachtgever, die voldoet aan wet- en regelgeving. En voor de samenleving als geheel, die zo gelijkwaardiger wordt ingericht.
Vooruitdenken loont. Zeker als het gaat om toegankelijkheid.
Denise Janmaat is directeur van het Nederlands Instituut voor Toegankelijkheid en laat in iedere editie van Straatbeeld haar licht schijnen op de toegankelijkheid van de openbare ruimte.
Dit artikel is verschenen in Straatbeeld 4/2025. Lees deze editie gratis in onze digitale bibliotheek.
Bij het thema van dit artikel betrokken organisaties
Meer artikelen met dit thema
REstart, dé complete tool voor hergebruik
20 sep om 13:48 uurKleding nog goed te dragen maar dan wel voor iemand anders: Vinted. Konijnenhok niet meer nodig: Marktplaats.…
Eindeloze mogelijkheden voor de inrichting en verlichting van de buitenruimte
20 sep om 13:41 uurVan levendige pleinen en groene woonwijken tot sfeervol verlichte stadscentra en parken of functionele…
Dorpsplein Alphen krijgt nieuw leven dankzij herinrichting
19 sep om 11:03 uurIn augustus 2015 werd Alphen, een dorp in de gemeente West Maas en Waal, getroffen door een hevige regenbui die…
Dinxperlo maakt huiskamer van het centrum met Marktstroom.nl als stopcontact
18 sep om 13:37 uurWinkelgebieden zijn volop in transitie. Gemeenten die niet anticiperen op het veranderende koopgedrag van…
Paleto & Pixel: slimme overkappingen voor duurzame mobiliteit en leefbare steden
18 sep om 10:54 uurDe fiets speelt een steeds grotere rol in het mobiliteitsbeleid van gemeenten. Fietsen is gezond, duurzaam en…
Hoe breng je met de MKI als gunningscriterium de CO2-uitstoot met driekwart terug?
18 sep om 09:24 uurBij provinciale infrastructuur is asfalt verantwoordelijk voor een groot deel van de CO₂-uitstoot. Bij een…
Cascades van natuursteen: de watertrap die Leidsche Rijn kleur geeft
18 sep om 09:15 uurIn het hart van het Utrechtse Leidsche Rijn ligt een park dat meer is dan zomaar een groenstrook. Het…
Grijs en groen in harmonie? Het kan met NCB stenen van MBI
16 sep om 14:40 uurNCB (New City Basic) stenen zijn waterpasserende straatstenen met een open ruimte tot maar liefst 40 procent.…
