Technologische ontwikkelingen zijn er op gericht zo goed mogelijk in te spelen op onze behoeften. Inmiddels bedienen we met smartphones en tablets ons eigen leven. En alle geïnstalleerde apps samen vormen zo’n beetje ons alternatieve paspoort. Een ontwikkeling die niet los te zien is van de individualisering die sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw in opkomst is gekomen met als belangrijke motor de televisie, de onbetwiste voorloper van onze moderne ‘smart devices’, de huidige steunpilaren waarop al het andere leunt.
Deze apparaten zijn het die de belofte die ‘smart lighting’ inhoudt moeten gaan waarmaken, via nog onbekende nieuwe services en diensten die ons leven verder moeten verbeteren. Maar ‘smart’ zou ook moeten gaan over de overkoepelende vraag “hoe houden we de samenleving bij elkaar?”. Wat kan de toekomstige stedelijke verlichting bijdragen aan een nieuwe sociale cohesie in de stad? Zodanig dat we in staat blijven onszelf met elkaar te blijven identificeren als inwoners van diezelfde stad en ons ook met anderen verbonden voelen. Sociologen zouden in dit kader spreken over de ‘kleefkracht’ van smart lighting. Het nieuwe lichtgrid moet daarom ook in staat zijn mensen samen te binden die zich in elkaar herkennen (bonding), en bruggen kunnen slaan (bridging) tussen mensen die niet gelijk zijn, in leeftijd, afkomst, sekse, religie, interesses, etcetera (1). Het is niet zozeer een netwerk van slimme lichtpunten, het gaat eigenlijk over een netwerk van verschillende menselijke voorkeuren. Waar gezin, kerk, verenigingsleven hun positie als hoeksteen van de samenleving al lang hebben verloren vormt het toekomstige ‘slim lichtgrid’ wellicht een nieuwe.
1 - Naar Robert Putnam (1941) ‘ Bowling Alone: America’s Declining of Social Capital’ (1995)